Op deze pagina staat informatie over het kelfkensbos, de Sint Jorisstraat, het Hunerpark, het Traianusplein, het Valkhofpark en de Voerweg  in het Centrum:   

Klik op het item wat u wilt zien voor directe toegang of scroll door alle artikelen van deze straat. Via het balletje met pijl rechts onderaan komt u hier weer terug (browsers in Windows).   

Klik hier of op een onderstaande foto om terug te gaan naar de pagina Nijmegen Centrum / Benedenstad.   


     

   

   

    

    

   

   

   

   

   


    logo NG dubbel rood 2 non bold


   
Hunnerpark   

Hunnerpark
Stadsmuur in het Hunnerpark
Stadsmuur in het Hunnerpark
Locatie Nijmegen
Opening 1884
Monumentnummer 31196
Monumentstatus Rijksmonument

Het Hunnerpark (voorheen Hunerpark) is een park wat tot 1936, toen de Waalbrug gereed kwam, in de wijk Hunnerberg aan de rand van het stadscentrum was. Tegenwoordig wordt dit park tot het centrum gerekend.

Geschiedenis   

Het Hunnerpark ligt aan de rand van de stuwwal uit het Saale-glaciaal op een plek die vroeger Hoenderberg genoemd werd en waarop een schans gelegen was. Het park werd tussen 1876 en 1884 gecreëerd toen de stadsmuren in Nijmegen afgebroken werden. Er waren plannen om een villapark op de locatie te bouwen, maar het park werd aangelegd naar een ontwerp van de Leuvense tuinarchitect Liévin Rosseels. Aan één zijde werd de stadsmuur bewaard en in het park ligt een monumentale voetbrug.

Voetbrug in het Hunnerpark

Oorspronkelijk had het park een tweemaal groter oppervlak dan vandaag de dag. Bij de aanleg van de oprit naar de Waalbrug in 1935/36 werd het park gehalveerd en werd in dat gedeelte in het midden een verkeersplein aangelegd: het Keizer Lodewijkplein, naar Lodewijk de Vrome (in 1956 hernoemd tot Keizer Traianusplein). Het was een groot rond plein met groen in het midden, net als het Keizer Karelplein. Het huidige park is toen aangelegd naar ontwerp van tuinarchitect Klaas Cornelis van Nes. Het groengedeelte ten oosten van het Traianusplein zou tot 2007 nog de naam Hunnerpark dragen, al lag het gescheiden van de rest van het park.

Situering   

Het Hunnerpark wordt met de klok mee omringd door de Waalbrug in het noorden, de Generaal James Gavinweg in het oosten, het Keizer Traianusplein in het zuidoosten, de Sint-Jorisstraat in het zuiden, het Kelfkensbos met Museum Het Valkhof in het zuidwesten, het Valkhof in het westen (gescheiden door de Voerweg) en de Waalkade in het noordwesten.

Ruïne van de St. Geertruidekapel

Bij de stadsmuur stond vanaf begin jaren 1960 tot 2012 de beeldengroep De Vier Jaargetijden van Mathurin Moreau die in 1889 aan de stad geschonken werd door de Vereeniging tot Verfraaiing van Nijmegen en het Schependom. In 2013 werd de beeldengroep teruggeplaatst op hun oorspronkelijk plaats aan de Nassausingel. In het park staat ook de toren Belvédère, Onder Belvédère bij de Waalbrug aan de Voerweg ligt het gemeentewapen uitgevoerd als bloemenmonument. Aan de kant van Kelfkensbos staat ook een kiosk die in 1911 door Jan Jacob Weve is gebouwd als tramwachthuisje. In het park staan verder een bronzen beeld van Petrus Canisius van Toon Dupuis uit 1927 en de C.A.P. Ivensbankvan Charles Estourgie uit 1936.

Het Hunnerpark is een feestlocatie tijdens de Vierdaagsefeesten. Van 2006 tot 2014 stond discotheek The Matrixx op deze locatie; voordien bevond zij zich op de Waalkade onder de Waalbrug. Ook het jaarlijkse Oranjepop op Koninginne- /Koningsdag wordt sinds 2007 in het park gehouden. In 2011 was voor het eerst in het Hunnerpark ook het Nijmeegse Bevrijdingsfestival.


Klik hier om terug te gaan naar de pagina Nijmegen Centrum / Benedenstad



    logo NG dubbel rood 2 non bold
      
   
Keizer Traianusplein   

Keizer Traianusplein
Traianusplein, Jan van Hoofmonument met kransen dodenherdenking.
Traianusplein, Jan van Hoofmonument met kransen dodenherdenking.
Geografische informatie
Locatie       Nijmegen
Stadsdeel Nijmegen-Centrum
Wijk Stadscentrum
Algemene informatie
Aangelegd in 1885
Genoemd naar Trajanus
Naam sinds 1956
Bestrating asfalt
Standbeeld van Traianus op het Keizer Traianusplein (2010).

Het Keizer Traianusplein (kortweg Traianusplein genoemd) is een plein en verkeersknooppunt aan de rand van het stadscentrum van Nijmegen. Van 1885 tot 1956 stond het bekend als het Keizer Lodewijkplein.

Geschiedenis: 
Oorspronkelijk was het terrein onderdeel van het Hunnerpark dat aangelegd werd naar een ontwerp uit 1885 van tuinarchitect Liévin Rosseels uit Leuven na de afbraak van de stadsmuren. Bij de aanleg van de oprit naar de Waalbrug in 1935/36 werd het park gehalveerd en werd in het midden een verkeersplein aangelegd: het Keizer Lodewijkplein, naar Lodewijk de Vrome, de zoon van Karel de Grote naar wie het Keizer Karelplein al was vernoemd. Het was een groot rond plein met groen in het midden, net als het Keizer Karelplein.

In 1956 werd het plein grootschalig veranderd en kreeg het haar huidige vorm met een weg rechtdoor van de St. Canisiussingel naar de Waalbrug en twee rondingen met afslagen eromheen.

Ook werd de naam veranderd in Keizer Traianusplein naar Marcus Ulpius Traianus, onder wiens regering de stad als Ulpia Noviomagus Batavorum werd gesticht. De eerste daad na zijn aantreden als Keizer was Ulpia Noviomagus Batavorum als eerste stad op het hedendaagse grondgebied van Nederland de Romeinse stadsrechten te verlenen. Aan dit gegeven dankt Nijmegen haar claim de oudste stad van Nederland te zijn. Een standbeeld van Keizer Traianus staat op de vehoging in het midden van het plein.

Op het plein staat ook het Jan van Hoofmonument uit 1956 van Marius van Beek en worden jaarlijks op 4 mei de doden van de Tweede Wereldoorlog herdacht.

Situering: 
Het plein ligt direct bij de Waalbrug en de N326 wordt er verbonden met de N325. Er zijn afslagen naar het stadscentrum (St. Jorisstraat), Nijmegen Oost (Meester Franckenstraat, Graadt van Roggenstraat), richting Arnhem (via de Waalbrug), richting de Ooijpolder, Beek-Ubbergen en Kleef (A325/N325), en stadinwaarts richting het Keizer Karelplein (N326).  


Klik hier of om terug te gaan naar de pagina Nijmegen Centrum / Benedenstad.      



    logo NG dubbel rood 2 non bold
      

Kelfkensbos   

Kelfkensbos
Noviomagus op het Kelfkensbos
Noviomagus op het Kelfkensbos
Geografische informatie
Locatie       Nijmegen
Stadsdeel Centrum
Begin Derde Walstraat
Eind Hertogstraat
Postcode 6511TA - 6511TB

Het Kelfkensbos is een plein en straat in het stadscentrum van Nijmegen die loopt van de Derde Walstraat tot de Hertogstraat.

De straat is genoemd naar een gelijknamig bos dat zich op deze plaats bevond. Dit bos werd ook wel Kalverbosch genoemd; in het Nijmeeg is "kelfke" een kalfje. Mogelijk werd de naam pas later geassocieerd met burgemeester Anton Kelffken (sommige bronnen noemen Johan Kelffken), die het in bos in de zeventiende eeuw zou hebben laten aanplanten. Vrijwel alle bomen werden in 1831-1840 omgehakt.

In het midden van de 15e eeuw werd nabij het Kelfkensbos de Sint-Gertrudiskapel opgericht. De kapel verdween grotendeels bij het versterken van de stadswal in de 16e eeuw. Eerder lag hier de voorloper van de Sint-Stevenskerk, een 7e-eeuws kerkje dat rond 1250 werd afgebroken.

Bij opgravingen in 1980 werden op het Kelfkensbos twee delen van de Romeinse Godenpijler gevonden. Het monument wordt als bewijs aangevoerd voor het feit dat Nijmegen de oudste stad van Nederland is. Sinds 2002 staat op het plein de zonnewijzer Noviomagus, een kunstwerk van Rutger Fuchs en Ram Katzir dat op deze Godenpijler is geïnspireerd.

Aan de straat bevindt zich een plein voor Museum het Valkhof met daarachter het Hunnerpark. Onder het plein ligt een parkeergarage, de Kelfkensbosgarage. Het plein wordt gebruikt voor de markt, en tijdens de Vierdaagsefeesten bevindt er zich een van de hoofdpodia. Aan de westkant van het plein staat een kunstwerk van blauwe buizen door Narcisse Tordoir. Aan de oostzijde bevindt zich, niet ver van het Valkhof, de Belvédère, een voormalige waltoren.


Museum het Valkhof aan het Kelfkensbos
foto: Paul Marsman© 
   

Klik hier om terug te gaan naar de pagina Nijmegen Centrum / Benedenstad.   


   
  logo NG dubbel rood 2 non bold
Valkhofpark

Het Valkhof is een park in Nijmegen, aan de rand van het centrum op een kleine heuvel met uitzicht over de Waal. 

Waar de naam vandaan komt, is niet duidelijk. Beweerd wordt dat Lodewijk de Vrome valken gehouden zou hebben op de voorplaats van het hof; anderen zien er verbasteringen in van 'Frankenhof', 'Vahalenhof' of zelfs 'Waalhof'.  

Het park is via een loopbrug direct verbonden met het Kelfkensbos-plein, waaronder een parkeergarage schuilt en waaraan Museum Het Valkhof ligt met daarachter het Hunnerpark. Het park is de laatste jaren bekend omdat het de belangrijkste locatie vormt van het muziekfestival De Affaire. Dat festival introduceerde in 2007 een podiumoverkapping die speciaal op maat van de Barbarossaruïne was gemaakt.


Geschiedenis

Voor de jaartelling werd de verhoging in het rivierenland gebruikt door de Bataven, maar ze werden verdreven door de Romeinen, die er een castra bouwden met de naam Batavodorum, dat vermoedelijk bestaan heeft van 12 v.Chr. tot de Bataafse Opstand in 69-70 na Christus. Tacitus verhaalt hoe Julius Civilis toen zijn eigen burcht door brand verwoestte en zich terugtrok in de Betuwe. Vondsten van Romeinse overblijfselen wijzen erop dat er tot in de vierde eeuw Romeinen gewoond moeten hebben, ook al was er waarschijnlijk geen Romeinse vesting. 

Gezicht op de Waal en de Valkhofburcht door 
Jan van Goyen, 1641 (collectie Valkhofmuseum)
    
Omdat van Karel de Grote gezegd wordt dat hij een palts bij Nijmegen liet bouwen, wordt de stad Nijmegen weleens aangeduid als keizerstad. Karel de Grote was er op het paasfeest van 777 en meermalen tussen 804 en 814. Vermoedelijk heeft hij er toen zelfs gewoond. In 806 liet hij er de rijksverdeling tussen zijn zonen Karel, Lodewijk en Pepijn bezweren. In 838 vond de volgende rijksverdeling tussen Lotharius I en Karel de Kale er plaats.

In 911 stierf het Karolingische stamhuis uit, maar de keizers die daarna over het Duitse rijk regeerden (Otto I, Otto III, Koenraad II, Hendrik III) bleven herhaaldelijk de Kaiserpfalz bezoeken voor regeringsdaden, totdat deze in 1047 tijdens een opstand tegen keizer Hendrik III werd platgebrand door Godfried met de Baard. In de eeuw daarna deden de keizers Nijmegen slechts kort aan, om naar Utrecht door te reizen. Tussen 1152 en 1155 bouwde keizer Frederik I Barbarossa wallen en muren om Nijmegen, en hij herstelde de burcht in oude luister.

Toen Frederik II en zijn zoon Koenraad van de troon vervallen werden verklaard door paus Gregorius IX, maakte graaf Otto II van Gelre hiervan gebruik om zich van de keizerlijke burcht meester te maken. Rooms-koning Willem II van Holland wilde zijn rechten op de burcht laten gelden, maar kon de onkosten die graaf Otto gemaakt had niet terugbetalen. Aldus verpandde Willem II het paleis en de stad Nijmegen met haar onderhorigheden voor '16000 mark zilvers' aan graaf Otto, totdat deze som door de rooms-koning zou zijn terugbetaald. De stad bleef echter rijksstad en dus onder bescherming van het Duitse rijk. In 1254 was Willem II te gast op de burcht en gaf hij verlof om de kerspelkerk, die buiten de omwalling stond, binnen de omwalling te herbouwen. Dit werd later de Sint-Stevenskerk.

Vanaf de 13e eeuw breidden de graven van Gelre de versterking van de Valkhofburcht verder uit. Zo ontstond vanaf 1450-1500 het burchtcomplex zoals dat op veel kaarten en prenten te zien is.

Nog in 1769 werden er op de tweede verdieping nieuwe vertrekken voor de prins-stadhouder aangebouwd. Deze betrok ze echter onder geheel andere omstandigheden dan voorzien. Door de burgertwisten eind 18e eeuw tussen prinsgezinden en patriotten achtte Willem V het in 1786 raadzaam enige tijd buiten Den Haag te verblijven. Hij koos (naast Het Loo) voor Nijmegen, waar de burggraaf het stadhouderlijk huis welgezind was. Op 11 september 1787 kwam een groot Pruisisch leger onder leiding van de hertog van Brunswijk op de burcht aan, dat de volgende dag met de in Ooij, Persingen en Nijmegen gelegerde troepen optrok naar Holland.

Toch was dit alles het begin van het einde. In 1794 drongen de Fransen tot Maas en Waal door: op de burcht werd onder de leiding van Frederik van York vergaderd of de stad verdedigd moest worden. Op 27 oktober begonnen de Fransen een aanval op de voorposten bij Neerbosch. Op 2 november kwam de prins met zijn zoon langs. De bestuurders en magistraten verlieten de stad op 5 november, deels om bestuursredenen, deels uit lafheid. De Fransen beschoten vervolgens met groot geschut de stad, waarbij brand in de stad uitbrak en de burcht hevig werd beschadigd. Op 8 november verliet het garnizoen de stad en trokken de Fransen binnen. De bevolking leek tevreden omdat de verdedigers zich hadden misdragen.

Sint-Nicolaaskapel
    
Niet alleen zou herstel van de burcht veel geld kosten, hij was ook een herinnering aan de verafschuwde prins-stadhouder en eeuwenoude vorstelijke grootheid in de nieuwe democratische tijd. Alles tezamen besloot de Landdag in augustus 1795 een voorstel van het kwartier der Veluwe aan te nemen om het gebouwencomplex te slopen en alleen de twee kapellen te behouden, de Sint Nicolaaskapel ("Karolingische kapel") en een deel van de Sint-Maartenskapel ("Barbarossa-ruïne"). Het kwartier van Zutphen stemde tegen en afgevaardigden van Nijmegen poogden nog voor te stellen ten minste de Reuzentoren, de Hofpoort en de ringmuren te behouden, omdat hieraan geen kosten besteed hoefden te worden, maar vergeefs.   
Aldus werd het complex op 9 februari 1796 voor ƒ 90.400 verkocht, en konden handelaren de kostbare tufsteen waarmee het was opgetrokken hergebruiken voor gebouwen in Amsterdam en elders in het land. Bij de sloop in 1797 werd overigens verzuimd om een grondplan van het gebouwencomplex te maken, zodat alleen uit aantekeningen en afbeeldingen kan worden gereconstrueerd hoe het eruitgezien heeft. Na de sloop werd het vrijgekomen terrein opgehoogd, waardoor de resterende archeologische bodemschatten goed bewaard blijven, en werd het tot wandelplaats ingericht.

Het park werd rond 1800 op vernieuwende wijze in Engelse stijl herontworpen door J.D. Zocher Sr. Zo'n 30 jaar later paste Hendrik van Lunteren dat ontwerp ingrijpend aan. Na de stadsuitbreiding van 1878 gaf de Vlaamse tuinarchitect Lieven Rosseels het park in 1886 een nieuwe indeling met een brug over de Voerweg naar het Kelfkensbos.

In 1978 werd de Valkhofvereniging opgericht, die zich ten doel stelt de resten van het Valkhof te beschermen en toegankelijk te maken. In 1980 werd op het Kelfkensbos een Romeinse godenpijler van keizer Tiberius gevonden. In 1999 werd er het Museum Het Valkhof geopend naar een ontwerp van Ben van Berkel.

Anno 2018 werd een Stauferstele opgericht op het Valkhof.


Herbouw Donjon

Er zijn meerdere plannen geformuleerd om een deel van de Valkhofburcht te herbouwen. Ter gelegenheid van 'tweeduizend jaar Nijmegen' werd in 2005 een replica van de reuzentoren van de burcht opgebouwd uit steigerbuizen en -doeken: de Donjon. Er kwamen veel bezoekers op af, in eerste instantie voor het uitzicht vanaf dit strategische punt.

Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 heeft de bevolking van Nijmegen zich via een adviserend referendum uitgesproken voor de herbouw van deze donjon. De bouw ervan is omstreden, getuige een brief van de betrokken staatssecretaris Medy van der Laan aan het gemeentebestuur waarin zij stelde dat herbouw "strijdig is met de cultuurhistorische betekenis van het park". Onder verwijzing naar keizer Karel, Barbarossa en Zocher noemt zij de plek "het monument bij uitstek waar de biografie van het landschap in optima te beleven valt". Bovendien is er volgens de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek en de Rijksdienst voor de Monumentenzorg over het uiterlijk van de donjon in de 12e eeuw niets bekend. De 17e- en 18e-eeuwse schilderijen geven alleen een indruk van de uitgebreide vesting van de graven van Gelre. Burgemeester Thom de Graaf steunt het herbouwplan, maar de verantwoordelijk minister Van der Hoeven van Cultuur nam de bezwaren over en stelde strenge eisen bij de uitwerking van de ideeën. Na bezwaren van GroenLinks en Gewoon Nijmegen heeft de gemeenteraad op 11 juni 2015 ingestemd met het bestemmingsplan, hoewel de stichting te kampen heeft met twijfelende investeerders. Onbekend is wanneer gestart wordt met de herinrichting.


Rijksmonument

Het Valkhof vormt samen met de Barbarossa-ruïne en de Sint Nicolaaskapel rijksmonument nummer 31192.


Afbeeldingen
 

       

Barbarossa-ruïne
   
    

   
   
   

De Valkhofburcht door 
Hendrik Hoogers,
1794, 
kort voor de
sloop
   

De Valkhofburcht
met plattegrond door
Del van Bommel
   
    
Voetgangersbrug
over de Voerweg
tussen het Valkhof
en het Kelfkensbos
   

Stauferstele, 
2018
   
   
   


Klik hier om terug te gaan naar de pagina Nijmegen Centrum / Benedenstad


   
  logo NG dubbel rood 2 non bold
Voerweg   
  

Dit artikel gaat over een straat waar vroeger letterlijk een "levendige handel" bestond. 

De Voerweg is de belangrijkste verbinding tussen het centrum en de benedenstad.

Deze straat had vroeger geen beste naam. Niet alleen vanwege haar bordelen die met name in de destijds aangrenzende Rozemarijngas aanwezig waren. Engelbartus Knuvelder was eind 19e eeuw een beruchte bordeelhouder in de Nijmeegse benedenstad. Hij stond bekend als de grootste pooier van het 19de eeuwse Nijmegen.

DSC 2500 ShiftN 3 edited naamDe Rozemarijngas dateert uit begin vijftiende eeuw en werd toen ook wel After 't Slot en Achter dat Hoff genoemd. Ze lag aan de voet van de Valkhofheuvel en liep af in de richting van de Waal. Uit 1563 is de naam Rozemarijngas bekend. In de daaropvolgende eeuwen droeg het straatje aan de voet van de Valkhofheuvel ook namen als Villergas, Vildersgas, Goudgraversgas en Stillevegersgas. De straatnamen verwijzen naar de beroepen die door de bewoners van het gasje en de Voerweg werden uitgeoefend. Stillevegers, ook wel goudgravers genoemd, waren de voorgangers van de gemeentereiniging.

Nijmegen was tot eind negentiende eeuw een vestingstad. De Rozemarijngas was in die tijd vooral berucht om haar bordelen. De straat verkeerde in slechte staat. De woningen waren er totaal vervallen. De bordelen brachten veel overlast met zich mee. Er werd veel geklaagd over het wangedrag van de soldaten. In 1895 werd een begin gemaakt met de sloop van de meest beruchte huizen. Het gasje verdween begin twintigste eeuw van de stadsplattegrond. Mogelijk dankte de gas haar naam aan de prostitutie. Rosemarijnen, ook wel ‘verciersters’ geheten, oefenden hier hun beroep uit.

Het dal waar de Voerweg doorheen loopt is gegraven in de 15e eeuw. Tot die tijd vormden het Valkhof en het Kelfkensbos één geheel. Over de Voerweg konden goederen makkelijker van de Waaloever naar de stad worden vervoerd, omdat deze lange helling minder steil was dan de oorspronkelijke opgang. Tevens vormde de weg een droge gracht die de burcht op het Valkhof beschermde. Aan weerskanten van de weg stonden rijen huisjes. Veel van deze huizen waren al voor 1900 afgebroken. Aan het einde van de Voerweg stond de Hunner- of Hoenderpoort. Deze is gesloopt aan het einde van de negentiende eeuw met de ontmanteling van de vestingstad.

Nijmegen Voerweg 1895 2Ter illustratie hiernaast een foto uit 1895 van de Voerweg. De man met schort, rechts op de foto, is genoemde heer Knuvelder.

Momenteel is er geen bebouwing meer aan de Voerweg, behalve een voetgangersingang van de parkeergarage onder het Kelfkensbos en een souterain van horeca op het Kelfkensbos. Beide bebouwingen zijn echter van zeer recente datum.

Op de achtergrond is de Belvedère zichtbaar. Van dat Rijksmonument is elders op deze website de nodige informatie te vinden.
Van de eveneens als Rijksmonument aangewezen brug over de Voerweg is ook elders informatie te vinden op deze website.

datum 1e foto: 19-04-2017 
bron foto: Paul Marsman© 
datum 2e foto: 1895 
bron foto in reactie: R.A.N. 


Klik hier of op een foto om terug te gaan naar de pagina Nijmegen Centrum / Benedenstad.   


   
   logo NG dubbel rood 2 non bold
Keizer Traianus   

Op het Keizer Traianusplein staat het standbeeld van de gelijknamige Romeinse Keizer.

Direct na zijn aantreden in 98 na Christus toog Traianus naar Ulpia Noviomagus (huidige Nijmegen-West, Waterkwartier), die was ontstaan nadat de nederzetting Oppidum Batavorum (ter hoogte van het huidige Valkhof / Kelfkensbos) was verwoest in de Bataafse opstand, om die, inmiddels 117 jaar oude nederzetting (bij elkaar opgeteld) als eerste nederzetting op het huidige grondgebied van Nederland de Romeinse Stadsrechten te verlenen. De Keizer houdt de bevestiging daarvan in zijn linkerhand.

Het is deze benoeming waaraan Nijmegen tot op de dag van vandaag haar claim "oudste stad van Nederland" ontleent.

Maastricht die dat ook claimt heeft die Romeinse Stadsrechten nooit gekregen, maar bestond als nederzetting ruim 500 jaar eerder (Keltische tijdperk) dan Nijmegen en was daarmee de eerste nederzetting op het huidige grondgebied van Nederland die tot op heden onafgebroken bewoond is geweest. Uit dat gegeven put Maastricht haar kracht zich oudste stad van Nederland te noemen.

De oorspronkelijke door de Romeinen gestichtte nederzetting Novio Magus in 17 voor Christus lag ongeveer op de plek van het huidige Kelfkensbos. In 69 of 70 na Christus is die nederzetting als gevolg van de Bataafse opstand geheel verwoest en afgebrand. Een nieuwe nederzetting is gevormd op de plek van het huidige Waterkwartier en liep door tot aan de rivier die destijds wat zuidelijker stroomde dan nu. Het was dus die nieuwe nederzetting die de Romeinse Stadsrechten verkreeg.

DSC 1398 3 edited naamTrajanus (Latijn: Marcus Ulpius Nerva Traianus Augustus; (Itálica, 18 september 53 – Selinus, 8 augustus 117), was Romeins keizer van 98 tot 117. Trajanus werd geboren in een niet-patricische familie in de provincie Hispania Baetica, in Spanje. De bekendheid van Trajanus nam toe tijdens de heerschappij van keizer Domitianus. Trajanus diende als een legatus legionis in Hispania Tarraconensis, in Spanje, en in 89 steunde hij de keizer tegen een opstand aan de Rijn onder leiding van Antonius Saturninus. In september 96 werd Domitianus opgevolgd door Marcus Cocceius Nerva, een oude en kinderloze senator die niet populair bleek te zijn bij het leger. Na een kort en turbulent regeringsjaar, dwong een opstand door leden van de Praetoriaanse garde hem de populairdere Trajanus te adopteren als zijn erfgenaam en opvolger. Nerva stierf op 27 januari 98, en werd zonder incident opgevolgd door zijn geadopteerde zoon.

Als een burgerlijk administrateur is Trajanus het best bekend om het uitgebreid bouwen van openbare gebouwen die Rome omvormden en die nog steeds te bewonderen zijn, zoals het Forum, de Markten en de Zuil van Trajanus. In het begin van zijn heerschappij annexeerde hij het Nabateïsche koninkrijk, en creëerde zo de provincie Arabia Petraea. Zijn verovering van Dacië verrijkte het keizerrijk sterk – de nieuwe provincie bevatte vele waardevolle goudmijnen. Zijn oorlog tegen het Parthische Rijk eindigde met de plundering van de hoofdstad Ctesiphon en de annexatie van Armenia en Mesopotamia. In het einde van 117 werd Trajanus ziek en stierf aan een beroerte in de stad Selinus (het huidige Gazipasa), terwijl hij terug naar Rome voer. Hij werd vergoddelijkt door de Senaat. Zijn as werd bijgezet onder de in zijn opdracht gebouwde Zuil van Trajanus. Hij werd opgevolgd door zijn geadopteerde zoon Hadrianus.

Als een keizer doorstond de reputatie van Trajanus de tijd – hij is een van de weinige heersers wier reputatie negentien eeuwen heeft overleefd. Elke nieuwe keizer na hem werd geëerd door de Senaat met de wens felicior Augusto, melior Traiano ("[wees] gelukkiger dan Augustus en beter dan Trajanus"). Onder middeleeuwse christelijke theologen werd Trajanus beschouwd als een deugdzame heiden, terwijl de 18e-eeuwse historicus Edward Gibbon het idee van de Vijf Goede Keizers populariseerde, waarvan Trajanus de tweede was.

Trajanus was de zoon van Marcus Ulpius Traianus (ook bekend als Traianus Pater), een vooraanstaand senator en generaal uit een beroemd geslacht, de Ulpii. Zij behoorden tot de nazaten van een groep kolonisten, de in 206 v.Chr. door Scipio Africanus in Itálica in de provincie Hispania (later Baetica) in het zuiden van de Iberisch schiereiland werd gevestigd. Zijn voorouders waren afkomstig uit Todi in Umbrië. Traianus was slechts één van de vele bekende Ulpii, een geslacht dat nog lang na zijn dood zou blijven bestaan. Hij werd geboren in de stad Itálica. Trajanus was cultureel waarschijnlijk eerder een stadsromein dan een Hispaniër, dit omdat zijn vader in het geboortejaar van zijn zoon in de Romeinse Senaat werd benoemd. Een dergelijke functie sloot een langdurig verblijf in Itálica bijna zeker uit. Zijn gelijknamige vader was onder het regime van keizer Claudius I een van de eerste niet-Italianen die het tot in de Senaat wist te schoppen.

Voordat Trajanus op zijn 44e jaar keizer werd, had hij al een lange militaire loopbaan achter de rug, waarin hij vooral in de moeilijkste gebieden, zoals de grens van de Rijn en de Donau, zijn sporen had verdiend. Hij nam deel aan de veldtochten van Domitianus tegen de Germanen. Toen deze keizer in 96 vermoord werd, was Trajanus een van diens belangrijkste legeraanvoerders. Dat maakte hem voor diens opvolger Nerva een aantrekkelijke beschermeling. Nerva was niet al te geliefd bij het leger, maar toen hij in de zomer van 97 Trajanus adopteerde en daarmee tot kroonprins maakte, verbeterden de betrekkingen met de legioenen aanzienlijk.

Na Nerva's overlijden op 25 januari 98 kon Trajanus hem dan ook in alle rust opvolgen. De man die hem het overlijdensbericht bracht was Hadrianus en daarmee ontstond een vertrouwensrelatie die tot Trajanus' dood standhield.

De nieuwe keizer kreeg een warm onthaal bij het volk en maakte zich nog geliefder door een aantal gevangenen, die sinds Domitianus vastzaten, vrij te laten en een groot aantal bezittingen, die door Domitianus in beslag genomen waren, terug te geven. De senaat gaf hem zelfs de titel optimus, de beste.

Meer informatie is terug te vinden in het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis.

datum foto: 3 mei 2016 
bron foto: Paul Marsman© 


   

                           Design details: Paul Marsman© PMWD kleine banner 15 hoog Rode letters 156 zwarte achtergrond