Op deze pagina staan de objecten in/aan de Berg en Dalseweg / Mariaplein in Nijmegen Oost en een beschrijving van de straat zelf:
Klik op het item wat u wilt zien voor directe toegang of scroll door alle artikelen van deze straat. Via het balletje met pijl rechts onderaan komt u hier weer terug (browsers in Windows).
Klik hier of op een onderstaande foto om terug te gaan naar de pagina Nijmegen Oost.
Vrienden van Nijmeegs Glorie |
Berg en Dalseweg
Berg en Dalseweg
|
||
Berg en Dalseweg Nijmegen met het Canisius College aan de rechterzijde
|
||
Geografische informatie | ||
Locatie | Nijmegen | |
Stadsdeel | Nijmegen-Oost | |
Wijk | Hunnerberg | |
Lengte | 3 km | |
Postcode | 6521 | |
Algemene informatie | ||
Aangelegd in | 17e eeuw | |
Genoemd naar | Berg en Dal |
De Berg en Dalseweg is een straat in Nijmegen. Het is een doorgaande weg tussen het stadscentrum en de gemeentegrens met Berg en Dal waar de straat overgaat in de Oude Kleefsebaan.
Geschiedenis
De Weg naar Cleef werd in de 17de eeuw aangelegd tussen Nijmegen en het Duitse Kleve. In 1882 werd de weg naar Berg en Dal vernoemd. Berg en Dal werd een bekend toeristenoord nadat het luxe 'Grand Hôtel Berg en Dal' er in 1869 was gevestigd. De weg loopt parallel aan het Kops Plateau waar de Romeinen een legerplaats hadden. Tot 1947 was de naam Berg en Dalscheweg in gebruik.
De Berg en Dalseweg is circa 3 km lang en wordt na 250 meter onderbroken door het Mariaplein. Het deel tussen de Sint Canisiussingel en het Mariaplein heette tot omstreeks 1900 'Berg en Dalschestraat. Hier is via de Meester Franckestraat een aansluiting op het Trajanusplein. De Berg en Dalseweg is de belangrijkste uitvalsweg voor Nijmegen-Oost. De weg wordt middels vals plat steeds steiler.
Bebouwing
Tot omstreeks 1880 stond er nauwelijks bebouwing aan de Berg en Dalseweg, maar na slechting van de stadswallen in 1876 verrezen er, tussen 1880 en 1910, aan weerszijden imposante villa's, herenhuizen, scholen en kerken. Het gebied rond de oude stadskern van Nijmegen werd volgens het plan van L.A. Brouwer tot ontwikkeling gebracht en langs de singels en radiale uitvalswegen werd er door projectontwikkelaars en particulieren grond aangekocht ten behoeve van woningbouw voor welgestelden. Er zijn panden te vinden van de bekende architecten Charles Estourgie (Berg en Dalseweg 178), Oscar Leeuw en Nicolaas Molenaar sr., de architect van het meest opvallende gebouw in de straat, het Canisius College (internaat). Er zijn veel gebouwen in de stijl van de art nouveau en art deco te vinden. Verder is er de Sint-Stephanuskerk te vinden en de Maria Geboortekerk. De Justitiële Jeugdinrichting 'de Hunnerberg' begon in 1905 met de bouw van een tuchthuis aan de Berg en Dalseweg, De oorspronkelijke gebouwen zijn de stijl van de art nouveau gebouwd. Ook het huidige Canisius College ligt aan de Berg en Dalseweg.
De Berg en Dalseweg kwam in de Tweede Wereldoorlog in september 1944 in de frontlinie te liggen en een flink deel van de bebouwing ging in vlammen op. De Sint Maartenskliniek die op grondgebied van Berg en Dal ligt, heeft haar entree aan de Berg en Dalseweg.
Enkele afbeeldingen
Geheel onderkelderde rooms-katholieke Pastorie, behorend bij de naastgelegen Maria Geboortekerk aan de Berg en Dalseweg (Mariaplein).
Architect H.M. Zoetmulder, 1930-1931 ontwierp deze Pastorie van drie bouwlagen en zolder op een rechthoekig grondplan. De derde bouwlaag wijkt aan de straat- en achterzijde iets terug ten gunste van balkons over de volle breedte van het pand. Het blokvormige pand wordt afgesloten door een steil schilddak met overstek.
Het DAK is gedekt met gesmoorde opnieuw verbeterde Hollandse pannen en watert af via bakgoten. In het dakschild aan de achterzijde is een plat gedekte houten dakkapel geplaatst. Een uitgemetselde hoge schoorsteen steekt hier door de dakvoet. De top van de schoorsteen is voorzien van siermetselwerk in de vorm van horizontale sierbanden.
De bakstenen GEVELS zijn in staand verband gemetseld met verdiepte voegen. Het in een donkere baksteen opgetrokken hoge trasraam wordt afgesloten door een in hoogte verspringende rollaag. Onder het dakoverstek bevindt zich een band van siermetselwerk. De rechthoekige gevelopeningen worden afgesloten door rollagen. De vensters in de eerste bouwlaag zijn voorzien van houten rolluiken.
De symmetrisch ingedeelde VOORGEVEL (straatzijde) is drie vensterassen breed. De smalle middelste vensteras wordt gedomineerd door een over anderhalve bouwlaag doorgaand glas-in-loodraam. Dit smalle en hoge raam ter plaatse van het trappenhuis is voorzien van gekleurd glas-in-lood in een geometrisch patroon met een latijns kruis. Aan weerszijden hiervan bevindt zich in de eerste en in de tweede bouwlaag een groot samengesteld venster. Deze vier vensters zijn samengesteld uit een hoog vijfdelig bovenlicht met glas-in-lood en horizontale roeden, en een lager en iets minder breed driedelig onderraam. De lekdorpels zijn uitgevoerd in zwarte dorpelstenen. De drie vensterassen hebben in het trasraam elk een koekoek met kelderlicht. Het brede balkon van de derde bouwlaag is afgezet met een gemetseld muurtje waarop een ijzeren buis. Het balkon is bereikbaar via twee dubbele glasdeuren met zijlichten. Tussen deze balkondeuren bevindt zich in het midden een plat rechthoekig glas-in-loodraam.
De aan het kerkplein gesitueerde LINKER ZIJGEVEL is drie vensterassen breed en nagenoeg symmetrisch ingedeeld. Alleen het iets uit de middenas geplaatste ingangsportiek doorbreekt de symmetrie. Het ingangsportiek bestaat uit twee hardstenen treden tussen gemetselde zijmuurtjes, een paneeldeur, glas-in-lood zijlichten, een enkelruits raam rechts en een afsluitende betonnen luifel. Boven de ingang bevindt zich in de tweede bouwlaag een klein balkon met gemetselde balustrade op betonnen plaat en kraagsteen. Twee gekoppelde glasdeuren openen naar het balkon en zijn voorzien van bovenlichten met roeden en gekleurd glas-in-lood. De linker en rechter vensteras hebben relatief kleine ramen: een enkelruits raam in de eerste bouwlaag, een driedelig kozijn met enkelruits ramen in de tweede bouwlaag en een plat driedelig kozijn met enkelruits raampjes in de derde bouwlaag.
De ACHTERGEVEL is met uitzondering van de eerste bouwlaag symmetrisch ingedeeld. Op kelderniveau zijn er twee ramen en een paneeldeur. De eerste bouwlaag heeft links een houten serre met roevendak en rechts - ter plaatse van de keuken - twee samengestelde vensters (kleine openslaande onderramen en hoge bovenlichten). De tuindeuren in de serre zijn aan de onderzijde dichtgezet en de daarop aansluitende trap is verwijderd. Geheel rechts sluit op de achtergevel een korte, plat gedekte verbindingsgang naar de kerk aan. Het metselwerk is identiek aan dat van de pastorie. De gevels zijn afgedekt met een rij gebakken pannen. In de gevels van de gang zijn in totaal zes spitsboogvensters aangebracht met driedelige kozijnen en gekleurd glas-in-lood met kruismotief. De achtergevel van de pastorie heeft links en rechts in de tweede bouwlaag een groot samengesteld venster van hetzelfde type als in de voorgevel. Tussen deze vensters bevindt zich een enkelvoudige variant. Het oorspronkelijke glas-in-lood in de bovenlichten van de achtergevel is vervangen door gewoon glas. Het brede balkon van de derde bouwlaag is afgezet met een gemetseld muurtje waarop een ijzeren buis. Het balkon is bereikbaar via drie dubbele glasdeuren.
De RUIMTELIJKE INDELING van het min of meer in drie beuken opgedeelde pand bestaat uit: kamers en suite met serre in de rechter beuk; een trappenhuis met aansluitende dwarsgang en een keuken in de middelste beuk; een (studeer?)kamer, spreekkamer, telefooncel, verbindingsgang naar de kerk en spoelkeuken in de linker beuk. De indeling van de verdieping bestaat uit een overloop met aan weerszijden twee gekoppelde woon- en slaapkamers. In het pand is een groot aantal oorspronkelijke INTERIEURELEMENTEN bewaard gebleven, zoals parket-, tegel- en terrazzovloeren; lambrizering van tegels in de vestibule (groen) en de gang/trappenhuis (geel); stucplafonds met eenvoudige lijsten en vlakke geometrische middenrozetten; paneeldeuren met gekleurd glas-in-lood in het bovenpaneel; bordestrap met twee armen, bewerkte trappaal en houten leuning met spijlen.
De voortuin van de pastorie en het aangrenzende kerkplein worden van elkaar en van de openbare weg gescheiden door respectievelijk een muurtje en een smeedijzeren HEK met horizontale en vertikale spijlen. Het hek is geplaatst op een gemetselde plint en tussen gemetselde hekpijlers met natuurstenen afdekplaat. De hekpijlers die de twee doorgangen naar het kerkplein flankeren zijn forser, iets hoger opgetrokken en worden bekroond door een stenen bol. Aan de binnenzijden van deze pijlers zijn natuurstenen schampstenen ingemetseld.
Waardering:
- Van architectuurhistorische waarde als goed voorbeeld van een behoorlijk grote pastorie uit 1930-1931 in een zakelijke baksteenarchitectuur met markante kapvorm, bescheiden metselwerk-accenten en enkele grote raampartijen in Amsterdamse School-stijl naar ontwerp van architect H.M. Zoetmulder. De interieurindeling van het pand is intact. Bijzonder zijn de oorspronkelijke interieurelementen met invloeden van de Art Deco, zoals het gekleurde glas-in-lood met geometrische motieven, de vloer- en wandtegels en de stucplafonds.
- Van stedenbouwkundige waarde als essentieel en markant gesitueerd onderdeel van een historisch gegroeid parochiecomplex in de zogenaamde "19de eeuwse gordel" van Nijmegen.
- Van cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een geestelijke ontwikkeling, in casu het rooms-katholieke bewustzijn en klimaat in Nijmegen in het algemeen en de vorming van nieuwe parochies in de stadsuitleg in het bijzonder.
Deze Pastorie is inclusief het hek aan de straatzijde en het muurtje aan het kerkplein een Rijksmonument.
datum foto: 30-11-2016
bron foto: Paul Marsman©
Klik hier voor: "kerkelijke objecten, herdenkingsmonumenten en kerkhoven" of op de foto voor de gebiedspagina.