Marinus van der Goes van Naters
Jonkheer Marinus van der Goes van Naters (Nijmegen, 21 december 1900 - Wassenaar, 12 februari 2005) was een Nederlandse advocaat, natuurbeschermeren politicus. Hij was prominent lid van de PvdA (eerder de SDAP) en actief in zowel de Nederlandse als de Europese politiek.
Achtergrond
Opleiding en vroege carrière
Marinus van der Goes van Naters |
Van der Goes van Naters was een telg uit een adellijke familie uit Nijmegen, met een protestants-liberale achtergrond. Na zijn opleiding aan het Nijmeegs gymnasium studeerde hij tussen 1919 en 1923 rechtsgeleerdheid aan de Universiteit van Leiden. Na zijn afstuderen vestigde hij zich als advocaat in Nijmegen. Na zijn promotie in 1930 in de rechtsgeleerdheid vestigde hij zich in Heerlen.
In de jaren 30 trad hij toe tot de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij. Hij zette zich actief in voor zijn partij en trad in 1935 toe tot het landelijk partijbestuur. Op 8 juni 1937 volgde zijn verkiezing tot lid van de Tweede Kamer.
In de oorlog
Van der Goes bracht het grootste gedeelte van de Tweede Wereldoorlog door in gijzeling, samen met de rest van de Nederlandse politieke top die niet uitgeweken was naar Engeland. Hij zat achtereenvolgens gevangen in Buchenwald, Haaren en Sint-Michielsgestel. Dit kamp werd in 1944 door de geallieerden bevrijd.
Politieke carrière
Politieke functies | ||
1935-1940, 1946-1965 |
Partijbestuur |
|
1937-1967 | Tweede Kamer | |
1945-1951 | Fractievoorzitter | |
1952-1958 |
Gemeenschappelijke Vergadering van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal |
|
1958-1967 | Europees Parlement |
Direct na de bevrijding keerde Van der Goes terug in de vaderlandse politiek. In 1945 werd hij de eerste naoorlogse fractievoorzitter van de SDAP en behield die positie ook in 1946, toen de partij opging in de PvdA.
Van der Goes richtte zich in deze tijd op de wederopbouw van Nederland en de herstelbetalingen vanuit Duitsland. Hij was voorstander van het grootschalig annexeren van Duits grondgebied als compensatie voor door Nederland geleden schade. Tegelijkertijd echter behoorde hij, vanuit zijn socialistische achtergrond, tot de groep die internationale samenwerking en pan-Europeanisme aanhing als permanente remedie tegen oorlog en vehikel voor langdurige vrede.
Na de Tweede Wereldoorlog behoorde de Duivelsberg, Holdeurn, een deel van het huidige Beek en een deel van het Wylermeer tot de vele kleine gebieden die Nederland met medewerking van Van Goes op 23 april 1949 ten koste van Duitsland annexeerde. In tegenstelling tot de andere gebieden werd de Duivelsberg en omgeving op 1 augustus 1963 niet teruggegeven aan Duitsland, maar bleef het Nederlands grondgebied.
De toenmalige Duitse "Bundeskanzler" Konrad Adenauer had gedreigd geen snel- en spoorwegen (meer) naar Nederland te bouwen en grove tolheffing op de Rijn in te voeren als Nederland die gebieden niet terug zou geven. Daarmee zou alle vervoer van en naar Rotterdam niet mee kunnen groeien.
De "Autobahnen" zijn er gekomen, de treinverbindingen ook, de Rijn is nog steeds tolvrij en Rotterdam is uitgegroeid tot de grootste zeehaven van Europa en Ruhrgebied en Rotterdam kunnen niet zonder elkaar. Maar het genoemde gebied rondom de Duivelsberg is nog steeds Nederlands grondgebied...
De politicus Marinus van der Goes van Naters, weer woonachtig in Nijmegen, zou er tijdens de onderhandelingen met Duitsland bij de betrokken politici op hebben aangedrongen om het natuurgebied Nederlands te laten blijven, om milieutechnische redenen i.v.m. afwatering vanuit Groesbeek e.d.
In 1951 kwam Van der Goes in conflict met minister-president Willem Drees, vanwege de problemen rond Nieuw-Guinea. Van der Goes wilde hierover met de Republiek Indonesia onderhandelen. Hij verloor de machtsstrijd en moest aftreden als fractievoorzitter. Wel bleef hij lid van de Tweede Kamer na de verkiezingen van 1952 en vanaf dat jaar combineerde hij zijn parlementaire werkzaamheden met een lidmaatschap van de "Gemeenschappelijke Vergadering van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal". In 1958 werd hij lid van het eerste Europese Parlement (waarvoor hij toen nog als lid aangewezen werd door de Staten-Generaal).
Van der Goes bleef deze taken vervullen tot 1967, toen hij zowel het Nederlandse als het Europese parlement verliet. In de tussenliggende jaren had hij zich ingezet voor de wederopbouw, de Europese integratie en de ontwikkelingssamenwerking met armere landen.
Hij was een van de eerste politici in Nederland die zich druk maakte om behoud van het milieu. Hij was gedurende een reeks van jaren voorzitter van de Contact-Commissie voor Natuur- en Landschapsbescherming, de voorloper van de Stichting Natuur en Milieu.
Na zijn politieke loopbaan
Hoewel hij officieel met pensioen was, bleef Van der Goes politiek geïnteresseerd en actief. Tussen 1970 en 1973 was hij gasthoogleraar aan de Universiteit van Rwanda. Daarna schreef hij zijn autobiografie "Met en tegen de tijd: Een tocht door de twintigste eeuw", die in 1980 uitkwam.
Tegelijkertijd bleef hij actief in de achterban van de PvdA. Vanuit zijn woning in Wassenaar verkondigde hij dikwijls zijn mening over de politiek van alledag in het partijblad van de PvdA. Meer dan eens veroorzaakte zijn stukken opschudding in de gelederen van zijn partij, zeker wanneer de "rode jonker" zich minder dan positief uitliet over populaire politici zoals Wim Kok.
Van der Goes van Naters werd in 1951 onderscheiden en benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. In 1967 werd hij, als dank voor zijn inzet voor het land in de politiek, bevorderd tot Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau. Marinus van der Goes van Naters stierf begin 2005 op 104-jarige leeftijd en is begraven op Begraafplaats Rustoord aan de Postweg te Nijmegen.
Publicaties (selectie)
- Het staatsbeeld der sociaal-democratie (proefschrift, 1930)
- De leiding van den staat (1945)
- Met en tegen de tijd, herinneringen (autobiografie, 1980)
Klik hier om terug naar pagina bekende personen te gaan.